Memoires
Van Anton Nijssen
te Santpoort
Anton Nijssen
Beste Bloembollen liefhebber,
Mijn naam is Anton Nijssen. Ik zal hier enkele van de belangrijkste gebeurtenissen in mijn zaken - cariërre memoreren en wel vanaf de tijd dat ik zelfstandig een bescheiden bedrijfje begonnen ben. Dit was in de winter van 1916 - 1917.
Ik stel mij voor dat aantekeningen uit het verleden vooral in latere jaren, voor het nageslacht dus ook voor u, interessant kunnen zijn vandaar deze memoires.
Als ik nou met het begin wil aanvangen dan moet ik eigenlijk eerst nog even enkele dingen releveren van de tijd vóórdat ik in 1916/17 officieel "eigen baas" werd.
Geboren op 2 oktober 1894 woonde ik met mijn familie in dit huisje aan de Hoofdstraat in Santpoort.
Hoorfdstraat, hoek broekbergerplein te Santpoort
Later, tijdens mijn 9e levensjaar verhuisden we met het hele gezin naar dit nieuw gebouwde Woonhuis (waar ik op 8 jarige leeftijd tijdens de bouw de eerste steen legde) gelegen op 5 are land, aan de Rijksstraatweg nr. 297 te Santpoort. (nu rijksweg 297 te Velserbroek).
Rijksstraatweg 297 te Santpoort jaar 1902
Het was namelijk zo, dat ik, in de jaren daarvoor, toen vader dus nog leefde ondernemingslustig was en pogingen deed om anders dan anderen te proberen iets tot stand te brengen. Het broeien van bollen was toen nog zeer onbekend en vond nog slechts op zeer bescheiden schaal plaats, althans in Holland.
Van wat er op dat gebied in het buitenland plaats vond had ik uiteraard helemaal nog maar weinig begrip. In oud Schoten aan "De Delft" bij "de kwakel" woonde een bloembollenkweker genaamd Wolf, deze Wolf, althans de zoon Wolf jr. genaamd Chris Wolf, had een broeikasje waarin hij in de wintermaanden bloembollen trok, in hoofdzaak Tulpen en Narcissen. Met deze bloemen ging hij in Haarlem de bloemenwinkels af om ze te verkopen. Dit werk nu, trok mij bijzonder aan en ik vroeg aan mijn vader of hij het goed vond als ik dat op bescheiden schaal ook zou gaan proberen enwel in onze z.g. Holkast. Dit was een klein Serrevormig ge-bouwtje op de Zuidkant tegen de muur van de destijds koestal gebouwd met een rechtopstaande glaswand. (Zie ook bovenstaande foto).
Deze "Holkast" werd tegelijk met het huis "NOOITGEDACHT" al in 1902 gebouwd en dat betekende dat mijn vader destijds als hyacinthen-kweker toch ook al goed "bij de tijd" was want zo'n Holkast was toen zeer modern. De geholden en gesnedenen hyacinthen werden daar toen ook al op gaasbakken bewaard en er werd bij gestookt en de grond en de atmossfeer werd door waterverdamping vochtig gehouden.
In dit kleine Holkastje probeerde ik in de winter een bescheiden aantal Tulpen en Hyacinthen tot bloei te brengen. De bollen kosten toen praktisch niets want het was oorlog in Europa (1914).
Mijn vader was het niet altijd met het "geknoei" van mij niet erg eens want het koste alleen maar tijd en tijd was er toen nooit, tijd was er alleen maar omdat er gewerkt moets worden en daarmee uit. In werkenlijkheid verloor ik geen werktijd want ik deed alles s'avonds en 's morgens heel vroeg of in het middaguur en ook zondags. Maar hoe dan ook, er werd lelijk gekeken en gemoppert, alhoewel ik ook wist dat hij, al wilde hij dat dan ook voor mij niet weten, toch wel waardering had voor mijn grote liefhebberij en mijn ondernemingslust.
Nu moesten echter deze bloemetjes die ik broeide ook nog verkocht worden en dat was een probleem, Voor bloemen waren toen in die tijd altijd nog maar, heel, héél weinig kopers te vinden, er waren slechts enkele bloemenwinkels en dan meestal nog maar met een kleine omzet, enfin ik moest het proberen, en vaak met lood in de schoenen stapte ik met mijn mantje met bloemen op de fiets of op de stoomtram en ging dan de winkels af in Haarlem, Overveen en Bloemen-daal. Soms lukte het en raakte ik ze kwijt, maar soms ook niet en moest ik de rest, om de schaamte van me uit te laten lachen te voorkomen, zo stiekem, ongezien ergens weggooien.
Een ding wil ik ook nog vermelden: Er was destijds in Santpoort een bekende straatventer genaamd Jaap Musch het was een berucht type meer berucht dan beroemd, vooral om zijn grote voorliefde voor jenever maar venten kon hij goed, meestal liep hij met haring of bokking, maar ook wel met appelen, peren of sinasappelen enz. Maar haring en bokking was zijn hoofdhandel. Op een keer stond hij, als gewoonlijk, met een flinke borrel op, met zijn haringkar midden in het dorp Santpoort, precies voor het huis van Dr. de Groot en hij schreeuwde het uit, weg met Dr. de Groot, vreet mijn haring dan ga je niet dood! Op een gegeven ogenblik kwam ik op de gedachten om deze genialen verkoper in te schakelen voor de verkoop van mijn bloemen, en dat lukte: Het ging als volgt: Oom Koos Maarschalk een wagenmaker van beroep, maakte voor geld en goede woorden op de handkar van Jaap Musch een glazen kapje. Bij Tabernal kocht ik kleine bloem-potjes en plante er dan in elk potje 3 Tulpjes. Tegen kerstmis waren dat dan Scarlet of witte Ducjes, in januari werden dat Thomas en Fred Moore, La Matala's enz. uit het bos haalde ik wat groen mos en een Hes-seltakje voor decoratie en zo waren het leuke potjes en ging Jaap Musch er mede op pad en langs de huizen schreeuwend en wel. Dat ging dan natuurlijk op pro-visie basis. Het resultaat was aanvankelijk niet on-bevredigend, de moeienlijkheid was echter dat vriend Musch, zoals ik hiervoor al schreef, nogal "Dorstig" was en dan kwamen er moeienlijkheden bij de afrekening en klopte de "Kas" wel eens niet! En zo kwam hij dan s'avonds na het venten met een flinke brom in, om af te rekenen, mijn vader en ik zaten dan meestal net in de stal onder de koeien als Jaap zijn bevindingen kwam vertellen. Nu, dat was dan natuurlijk goed fout, vader Jaap, die toch al niet erg in z'n schik was met mijn on-derneming, barste dan ook los en dat waren dan wel kritischen momenten. Al deze dingen speelde zich af in de jaren 1914-1915.
antonnijssen, bloemen, bloembollen, bloembollenhandel, bloembollenkwekerij, bloembollenexport, Bollenhandel, Tulp Monte Carlo
Klik op volgende om verder te lezen
Copyright© 2023 Anton Nijssen All Rights Reserved.